Vanaf Clinge tot aan Terneuzen was het heerlijk fietsen.
In het zonnetje, de wind in de rug en de temperatuur steeg naar aangename waarden.
Rolde halverwege de rit mijn mouwen zelfs op en mijn neus glom van de zonnebrandolie.
Nog net niet in korte broek, maar mijn driekwart zat lekker aan ’t gat.
Vanaf Terneuzen naar Paal, Emmadorp en Nieuw-Namen stond er weer flink wat wind.
Woensdag konden we even genieten van een bijna windstille rit, maar iemand boven heeft een nieuw blik wind opengetrokken.
Dat werd dus weer stampen.
‘Leden van clubs missen elkaar’ kon je in de krant lezen, dat is in onze club zeker zo.
Als je de WhatsApp berichten bekijkt en tussen de regels door leest dan zijn we een beetje ontheemd.
Wij ontberen elkaars gezelschap of zoals Inge kort samenvatte: we fietsen samen toch apart!
Op de Copwijkseweg zag ik een lid fietsen, terwijl ik haar op de Kamperweg naderde.
We zwaaiden naar elkaar, maar bleven grote afstand houden.
Niets even gezellig bij kletsen.
Wat me opviel tijdens mijn rondje fietsen dat er maar weinig tulpenvelden waren.
Tenminste, ik vond ze niet waar ze normaal gesproken zouden kunnen staan.
Anita en Lia hadden er een heleboel gezien, dus ik op zoek.
Pas bij de Statenboomweg kwam ik een blok tegen, later bij de Bietenweg ook.
Bij Patrijzenhoek even gestopt, om mijn armen in te smeren en de inwendige mens te versterken.
Nergens is een terras open, dus nu moet je dat maar ergens langs de kant van de weg doen.
Dan zie je ineens andere dingen die vragen oproepen.
Zouden die mensen in die boerderij daar op die terp nog steeds tv kijken via de antenne?
Hoe later op de dag, hoe warmer het werd en ook meer volk in de polders.
Bewust op afstand van elkaar passeren, we blijven alert.
Alles ten koste van de binding die we als leden hebben.
Een bosje tulpen als begrip voor de situatie waarin we verkeren.
Speak Your Mind