We zuchten weer onder de knoet van de koperen ploert, de weerscode is veranderd van geel naar oranje
Het is geen doen meer om na de noen nog even een verfrissend stukje te fietsen.
In je bidon begint het water onderhand spontaan te borrelen en daar heb je geen CO2-patroon voor nodig.
Zou je het toch aandurven een rondje te maken in die hitte, dan heb je het geluk dat je op het zadel zit en de zon daar niet op kan branden.
Anders krijg je toch een onaangenaam gevoel daar beneden.
Het zweet onder je oksels zullen wel fonteinen lijken die ijveren met de stromen op je rug.
Zinderende luchten die ieder café een fata morgana doen lijken.
Je achtertuin een Sahara gevoel geeft, terwijl de kamelen al door de polders lopen.
Als parasols in bedouinententen veranderen, dan slaat de hitte toe.
Je blik gaat vertroebelen, vreemde dingen die hun eigen leven gaan leiden.
Voorwerpen transformeren van vorm en je koude dorstlesser zit ineens in een fantasieglas.
Remedie: in de schaduw gaan zitten en weinig bewegen.
Alleen je drinkarm is voldoende.
Want je moet veel drinken!
Waar zijn de koele dagen gebleven?
Inbreng: Monnie IJsebaert.
Speak Your Mind