Daar zat ik dan op de grens tussen Salland en Twente.
Het huisje van mijn moeder hadden we leeggehaald en schoongemaakt.
Wat nog restte, ging naar de Kringloop en daar was het wachten op.
Dagelijks reed ik even naar m’n moeder in het verpleeghuis op een geleende gammele damesfiets met zijtassen.
De omgeving is daar mooi met uitdagende zijwegen die langs bosrijke percelen gaan.
Ze hadden daar zelfs heuvels, die ze bergen noemden!
Ze waren iets hoger dan het ons bekende viaduct.
Op zo’n damesfiets merk je dat klimmen wel.
Regelmatig werd ik voorbij gereden door snelle toerfietsers.
Snel omdat ze veel harder gingen dan mij op die voornoemde krakkemikkige fiets.
Soms sloeg ik zomaar ergens af en kwam dan terecht bij een bloeiend heideveld.
Of belandde op een zandpad die nogal rul was.
We hebben ook een knooppuntenrit gemaakt met het risico dat mijn vervoersmiddel het onderweg zou begeven.
De fiets en ik hielden het vol, zelfs een enkel buitje kon mij niet tegenhouden.
Telkens werd je verrast door eigenschappen van beide regio’s.
Karakteristieke boerderijen, glooiende landschappen, beken en niet te vergeten cafés.
Statige eiken en vervallen schuren.
Heel anders dan Zeeuws-Vlaanderen.
Fietsers die onze streek bezoeken zullen waarschijnlijk net zo reageren.
De kenmerken van ons vlakke land weten te ontdekken en de dijken bewonderen met zicht op de imponerende Schelde.
Verrast zullen zijn als ze de berg bij Schapenbout op moeten.
‘Wie zijn omgeving niet waardeert, heeft nooit de schoonheid ervan gezien’.
Speak Your Mind