Met mijn kleindochter had ik afgesproken om eens door het stiltegebied achter Stekene te gaan fietsen.
Had een knooppuntroute van ongeveer 50 km uitgezet.
Het gebied kende ik wel, regelmatig rijden we met de club daar doorheen.
Op dinsdag gingen we die tocht rijden.
’s Morgens de auto geparkeerd bij het voormalige café ‘Benelux’.
Nadat we alles gereed hadden, gingen we op weg.
Bij de ‘Riet’ zouden we aan de route beginnen, no: 95.
Als we met de club richting Klein-Sinaai gaan, slaan we ergens linksaf.
Het bordje wees resoluut rechtdoor aan en dat deden we ook.
Weet nu waarom we altijd in de Hinnenstraat linksaf de Kapellestraat inslaan, wij kwamen uit op een bospad.
Mooi rijden, maar niet zo geschikt voor koersbandjes.
Uitspanning ‘de Oude Route’ kwam te vlug en was gesloten, dus dan maar even bij de grot van ‘de Lieve Vrouw van de Fietsers’ gekeken.
Daarna volgden allerlei soorten wegdek in snel tempo elkaar op.
Het ene moment dacht ik dat we de ‘Strade Bianchi’ reden om daarna ‘de Ronde van Vlaanderen’ te volgen.
Kasseien volop, de meeste met gelukkig een smal betonbaantje ernaast.
Gravel, gruis, steenslag of gewoon bosgrond, we hebben alles getrotseerd.
De oude treindijken zijn nu prachtig met al dat groen en bloesem dat geurt.
Gele brem, bloeiende rododendrons en fluitenkruid markeerden de paden.
Het blijft opletten voor de knooppunt bordjes en ze juist volgen.
Na Sinaai reden we richting Puyvelde en dat bleek niet juist te zijn, dus terug en zoeken naar het goede bordje no: 25.
Het stiltegebied is stil en mooi.
Van alles kruist je wielen, het fladdert of huppelt langs je heen.
Reeën, hazen, spechten, zwaluwen en natuurlijk Vlaamse Gaaien.
Mijn kleindochter genoot ervan.
Daarna reden we Stekene weer in en we hoefden de bordjes niet meer te volgen.
Half Stekene ligt op de schop, geen doorkomen aan.
Voorlopig hoeven we daar niet meer te zijn.
Dat werd klûnen zonder plat te rijden.
Eenmaal de Expressweg onderdoor weer richting Koewacht.
In de ‘Benelux’ zat weer volk, alleen heet het nu ‘de Grens’.
Dat zal wennen worden of wij blijven het volhardend de ‘Benelux’ noemen.
Van al dat fietsen hadden we honger gekregen, want onderweg vind je maar weinig cafés die open zijn.
Gelukkig was de bakker wel open en hebben we daar een paar lekkere koeken gegeten.
Ondanks dat de zon niet scheen, hebben we toch een leuke tocht gereden.
Nu nog mijn banden controleren op steenslag!
Speak Your Mind