‘Mag het een onsje Beaufort meer zijn’, vroeg de windmeester en hij sneed een gulle plak af?
Hij had een goede hand van snijden want moesten flink tegen de wind inrijden.
Een krachtje van zeker zes en op kop draaiden de sterken een molentje en de rest hield elkaar zo’n beetje uit de wind.
De eerste kilometer was nog fris en al die er na kwamen bezorgden zweetdruppels, poeh.
Of de zon scheen weet ik niet, zat te ver voorover gebogen om dat te beoordelen.
We bleken niet de enige te zijn die voor de brug moesten wachten op de heenweg, er waren meer stempelaars onderweg.
Ze mopperden allemaal over de wind!
We bereikten de Markt van IJzendijke en plaatsten onze fietsen overal neer, even bijkomen van de inspanning.
Het terras buiten zat vol en binnen was het dringen voor een stempel.
Na Cadzand was dit het volgende café waar je heel lang moest wachten op je consumptie.
We besloten maar om naar Hoek te gaan, de ‘Molenhoek’ zou wel open zijn.
Daar waren we gauw met die forse wind achter, geen geklaag en gepiep meer.
Het volgende wat we tegen hadden; het café was gesloten.
Dan maar weer terug naar de brug en zolang we de wind achter ons hadden werd er niet gemopperd.
Edoch, de brug was open gedraaid, die dus ook tegen.
Hij bewoog maar een klein stukje dicht en stond toen stil.
‘Het zal toch niet’?
In de verte kwam alweer een schip aanvaren.
Dat ging het niet worden en sommige draaiden zich om en gingen richting de sluizen van Terneuzen.
De brug bij Sas was ook al geen optie, zeker het pontje daar niet.
Er was een lid die in Hoek gauw zijn banaan ging opeten.
Eenmaal thuis bemerkte hij dat zijn huissleutels verdwenen waren, dus terug.
Ja hoor, ze lagen daar nog in de goot.
Zo kom je wel aan je kilometers.
Kortom, het zat deze rit gewoon overal tegen.
Speak Your Mind