Als de dakpannen op het dak van mijn overbuurman glimmen betekend dat: regen!
Dat deed het de hele ochtend al, maar buienradar beloofde droog weer in de middag voor onze thuissterrit.
Dan kunnen ze wel prozaïsch zijn over meiregen; dat je daar groot van wordt en het zo goed voor de tuin is.
Als je daar in fietsen moet is dat geen plezier en wil je zo klein mogelijk zijn.
Je dan tussen de druppels door kan rijden.
Op het pleintje druppelde het nog wat na en in Axel was het droog.
Dat bleef het ook de hele tocht, ondanks dreigende luchten.
Op de Liniedijk moesten we stoppen omdat Evert geen lucht meer in zijn voorband had.
Onze bandenspecialist ontfermde zich er gelijk over en even later reden we verder.
Evert kon even niet volgen, zijn wiel was niet vakkundig teruggestoken en liep aan.
Op de Nieuwe Zeedijk stonden we weer stil: Evert had wederom malheur.
Nogmaals moest Leo technisch optreden.
We konden nu de gelaatskleur van Irma bewonderen.
Ze had een kuurtje in een Zuid Europees land gedaan.
Onze bleke toeten staken wel schril af bij haar teint.
Later werd het rood, een gevolg van een te lui leventje daar en een fors tempo tegen de wind hier.
In de Rietstraat stonden we weer stil en Evert maakte zijn hattrick vol.
Oorzaak bleek een scherp schilfertje, niet te voelen.
De boosdoener werd verwijderd en opgelucht gingen we via Hulst naar Absdale.
Op weg naar de koffie en een moment rust.
Ondertussen trachtte Elize in de Plaatstraat met een sprint Gerrit er uit te rijden.
Ouderdom laat zich niet zomaar passeren.
Het zat al behoorlijk vol in ons clublokaal: de Bourgondiër.
Na de koffie weer terug naar huis.
De Pouckedijk stelde niets voor, we hadden de wind achter.
Het zwerk bleef grauw en er stond weinig wind.
De zon begon pas te schijnen nadat we de fiets thuis in het schuurtje teruggezet hadden.
Bedankt voor weer een mooi stukje rijdende reporter.