Het beloofde zondag goed fietsweer te worden.
Alle wielerspullen lagen klaar om straks als een ‘rode’ schicht op weg te gaan.
M’n hartslagopnemer had ik opzichtig klaargelegd.
Wilde weleens weten hoe het met de conditie gesteld was?
Na de badkamer m’n fietskleding aan en net dat ik de laatste rits dichttrekt, zie ik die opnemer nog liggen.
Dan maar zonder.
Bij de meeste ritten gebruik ik het niet en ga er vanuit dat m’n hart nog goed tikt.
Naar Breskens toe stond er wat wind, maar een beetje toervent is het gewend.
Soms werd ik voorbij gestoken door snelle jongelui, maar echt wegrijden van me deden ze niet.
Behoor dus nog niet tot de slakken van het toerpeloton!
De polderwegen lagen er voor het algemeen droog bij.
Hoefde nu eens niet mijn kader af te spuiten, daar komen onderhand al worteltjes aan.
Wilde eens weer een ronde van 60 km maken, want straks gaat het seizoen weer beginnen en dan moet er toch al wat kilometers in de benen zitten.
Dat houdt wel in dat er de nodige calorieën verbruikt worden en de weegschaal een zucht van verlichting zal slaken.
Gelukkig heb ik nog een schoondochter die verdere ellende voorkomt en na 62 km kon ik bij haar even van de fiets af voor de nodige aanvulling.
Dat café ligt toch wel een eind fietsen weg!
Ja zo gaat het wintervet er niet af hoor maar wel lekker.